Leestijd: 2 minuten

Omdat de hormonenhuishouding van vrouwen door de maandelijkse cyclus en zwangerschappen meer aan schommelingen onderhevig is, komt migraine bij vrouwen weliswaar 2 tot 3 keer vaker voor dan bij mannen, maar dit neemt niet weg dat ook mannen aan migraine lijden.

Ik kan u echter verzekeren dat de psyche geen enkele rol speelt in het ontstaan van migraine, noch bij de vrouw, noch bij de man. Integendeel, de migrainepatiënt is door zijn hoge hersenactiviteit helemaal niet voorbestemd om gezondheidsproblemen te ontwikkelen welke voortkomen uit de psyche. De grote psychische druk die het leven met migraine met zich mee brengt staat hier weliswaar los van en dit geldt evenzeer voor de vrouw als voor de man, bij wie ook nog het algemeen heersende beeld dat de man „sterk moet zijn‟, een rol speelt. In zowel zijn eigen beleving als in de reacties van zijn omgeving kan hierdoor al snel de term „zwak‟ gevoeld, of zelfs uitgesproken worden.

De vele teleurstellingen maken het leven zwaar voor de migrainepatiënt. Steeds wanneer hij aan een nieuwe therapie begint heeft hij weer hoop dat het „deze keer zal helpen‟. Vaak is hij vertwijfeld of sceptisch geworden door eerdere mislukkingen en valse beloftes die hem gedaan zijn.

Inzicht in en begrip van zowel migraine als migrainepatiënt zijn eerste vereisten waaraan elke arts of therapeut zou moeten voldoen om zijn migrainepatiënt op een eerlijke, menslievende en verantwoordelijke manier te kunnen behandelen! Hiertoe zal men in veel gevallen afstand moeten nemen van vooroordelen, maar bovenal is het noodzakelijk dat artsen en therapeuten de oorzaak van migraine kennen en niet „op goed geluk‟ aanbevelingen doen of medicatie inzetten. Wanneer deze namelijk geen verbetering brengen is de migrainepatiënt er nog slechter aan toe als voorheen. Hij verliest steeds meer het vertrouwen in zichzelf, hetgeen zijn psychische gemoedstoestand niet ten goede komt. De mens is in principe geneigd de fout bij zichzelf te zoeken en de patiënt geeft zichzelf ervan de schuld dat de behandeling opnieuw niet is geslaagd. Niet in de laatste plaats wordt dit gevoel hem helaas ook vaak bijgebracht door de arts, wanneer deze „het eigenlijk niet verder weet‟ maar dit nooit zal toegeven omdat van hem wordt verwacht dát hij het weet.

Om deze reden krijgt elke patiënt bij aanvang van de therapie van mij te horen dat het nooit zijn schuld is als het niet lukt met mijn therapie. Gelukkig is hiervan niet vaak sprake en kan ik deze uitspraak vol vertrouwen en met veel plezier doen. Ik besteed in mijn praktijk veel tijd en aandacht aan lichamelijk vooronderzoek en de diagnose die hieruit voortkomt maakt het mij mogelijk een duidelijke prognose te stellen. Wanneer deze prognose gunstig is kan ik ook meedelen en verklaren waarom!