Leestijd: < 1 minuut

De instelling die een arts heeft ten aanzien van zijn beroep bepaalt het succes van de arts. Of, en in welke mate, hij zich met zijn beroep kan identificeren bepaalt of hij gelukkig of ontevreden is in zijn professie. Beide factoren kunnen uit een mens een arts maken.

Voordat men in het beroep werkzaam is geweest kan men niet beoordelen wat het betekent om arts te zijn. Men heeft nog niet het juiste inzicht en kan nog niet invoelen wat het inhoudt om beslissingen te moeten nemen over de gezondheid van een medemens, beslissingen waarbij het kan gaan om leven of dood. Men kan het beroep alleen als buitenstaander beoordelen. Hierbij kan men afgaan op wat men ziet, ervaart en voelt maar deze ervaringen hoeven nog niet aan de waarheid te beantwoorden. Men neemt een beslissing tot het volgen van een artsenstudie op basis van vermoedens en verwachtingen. Financiële overwegingen kunnen daarbij een (te grote) rol spelen en mogelijk later teleurstellend uitpakken. Maatschappelijk aanzien kan mooier lijken dan het in werkelijkheid is. Het afronden van een artsenstudie maakt een mens nog niet tot arts en wanneer men een keuze op basis van verkeerde overtuigingen maakt zal dit ongetwijfeld tot mislukking en ontevredenheid leiden.

En zo kan blijken dat, wanneer men eenmaal zelfstandig als arts werkzaam is, men het beroep anders ervaart als men had verwacht. Juist het artsenleven is veel zwaarder dan men van buitenaf kan beoordelen, maar kan ook veel mooier zijn dan men het vooraf inschatten kon.

Wilt u meer lezen? Vraag naar ons gratis informatiepakket en je krijgt een wachtwoord om het boek ‘Migraine is te genezen’ te downloaden.